2.7.09

uit 'Nachttrein naar Lissabon' van Peter Bieri

Bijvoorbeeld:

p. 217 - 219

Teleurstelling wordt als iets kwalijks gezien. Een ondoordacht vooroordeel. Waardoor anders dan door teleurstelling, komen we er achter wat we hebben verwacht en gehoopt? En waardoor anders dan door die ontdekking zouden we tot zelfkennis moeten komen? Hoe zou iemand dus zonder teleurstelling helderheid over zichzelf kunnen verkrijgen?
(...)
Wat was het ook alweer dat we van onszelf hadden verwacht en gehoopt? Dat we onbegrensd zouden zijn, of in elk geval heel anders dan we nu zijn?
Iemand zou de hoop kunnen koesteren dat hij door zijn verwachtingen te reduceren werkelijker zou kunnen worden, dat hij zichzelf zou kunnen beperken tot een harde, betrouwbare kern en daarmee immuun zou worden voor de pijn van teleurstelling. Maar hoe zou het zijn om een leven te leiden dat zich verre houdt van grootse, onbescheiden verwachtingen, een leven waarin alleen nog banale verwachtingen bestaan, zoals de verwachting dat de bus komt?

'Ik heb niemand gekend die zich zo totaal kon overleveren aan zijn dagdromen als hij. En niemand die het zo haatte teleurgesteld te worden. Wat hij hier beschrijft - dat schreef hij tegen zichzelf. Zoals hij ook vaak tegen zichzelf leefde.'

En ook:

p. 229

'Het amuseerde hem dat wij, mensen, de wereld als een toneel beschouwen waarop het om ons en onze behoeftes gaat. Hij beschouwde die misvatting als de oorsprong van alle religies. "Terwijl er helemaal niets van klopt," zei hij altijd. "Het universum is er gewoon en het maakt het universum helemaal niets uit, echt helemaal niets, wat er met ons gebeurt."'

No comments: