30.3.17

Opeenhoping



"Beter laat dan nooit"
waren zijn laatste woorden
ze gingen verloren

in het gekrakeel van een leeglopende zaal
Niemand kon de uitgang samen vinden
wél ieder voor zich, tegelijk

Het dranghek van de dag
sleepte haar hakken over de vloer
Zij werd bewogen zich te geven

en daar brak, heel in de verte
het licht aan het eind
van een lange vergadergang

morgen zou laat
vergeten zijn
en nooit
de orde van de dag

20.3.17

Imhavingwhathehasthatswhatshesaid




Dus hier gaat dan
de herkansing
de tweede ronde in
met beter zicht
door alle mist


In het vier-kanten teken vant vermoogen der onduitbaarhyt nadert onheil met drassige schreden doort moeras donzer verlaatenhyt. Out dwaalt rond den tonne van vernunft en welgeschapenhyt. Neemand kan ooit noch terug naar spellingen vant lot vanvoor de tyd dat klokken sloegen en hanen kraayden ter illustraatie onzer rambam. T oude is reeds gezegd met finaliteit tot in eindtyd - en daar ver voorbije. Zinkend zwemmen wij zonderling zalig weg int onontkoombare verlangen naar bevredigde betekenisfrasen. En, o! als die ontbreeken, dan breekt den hel los over Bakel en omstreeken. De nuanc ontgaat ons omdat wij die er niet in wisten te leggen. De weegschaal blijft leeg en licht, en licht omgeeft ons tot in de duisterste hoek van ons zynde.

3.3.17

Zonder titel

Keutelen tot de laatste reutel.

Het begint er sterk naar te ruiken dat het niet meer lijkt dan dat. De grote vraag is voor mij: is dit dan vooral een stand in mijn hoofd, of is het een stap waarvan niet meer kan worden teruggekeerd? Want ik verlang naar de ambitie om de wereld bij haar lurven te grijpen. Nu neem ik genoegen met een weifelend observeren. De zoveelste die probeert met een weerspiegeling recht te doen aan oorspronkelijkheden? Mijn minachting voor die benadering zit nog te diep - ik moet opletten dat ik mezelf niet ga minachten.

Opgang

Langzaam stijgt
en daalt
de toon, met het tempo
dat plots versnelt en
dan weer
 draalt

Woordgroep I

Ik probeer
ver van mijn bed
maar land steeds
tussen de lakens
zij ruiken naar mij
en mij
alleen