28.2.13

end note


I hesitate, and you are gone before I can finish my sentence. The words will never leave you again, but you still leave us with words in these times. Your sentences were never finished yet beautifully complete. If only for you, I'll hesitate some longer, but then again I'll also leave unfinished sentences lying around more often on unmarked strips of light, in an effort to speak out more.

 

What Kind of Times Are These

There's a place between two stands of trees where the grass grows uphill
and the old revolutionary road breaks off into shadows
near a meeting-house abandoned by the persecuted
who disappeared into those shadows.

I've walked there picking mushrooms at the edge of dread, but don't be fooled
this isn't a Russian poem, this is not somewhere else but here,
our country moving closer to its own truth and dread,
its own ways of making people disappear.

I won't tell you where the place is, the dark mesh of the woods
meeting the unmarked strip of light—
ghost-ridden crossroads, leafmold paradise:
I know already who wants to buy it, sell it, make it disappear.

And I won't tell you where it is, so why do I tell you
anything? Because you still listen, because in times like these
to have you listen at all, it's necessary
to talk about trees.

Adrienne Rich, 1995

14.2.13

opmaat

Bezig met mijn dagelijkse routine van "sta op en loop" produceer ik alvast een keten van woorden ter voorbereiding op een dag van gezonde verbale diarree.

7.2.13

totzichopzicheninzichopnemen-eenuitzicht


Ik word vader zei de mens en stootte zichzelf van de troon der vergetelheid
krabbend achter zijn oren keek hij verblijd naar de groeiende moeder in spe
lopend over treden die stegen en daalden tegelijk golfde het leven
van opwinding tegen de dijken opgeworpen als zijn kunnen
en trad buiten de oevers om meer land te bevruchten en rulle grond
om te woelen en van stevigheid te voorzien
opdat er beter over gelopen kan worden en de veerkracht van wederzijdsheid
alleen maar toe zal nemen en uitwaaieren
samen met de voorziene onvoorspelbaarheid van alle dingen
die we zo mooi niet kunnen benoemen maar willen omarmen

een onbeschreven blad

Lang geleden schreven mensen op papier dat nu nog bewaard wordt in rollen of gebundeld in vellen tegen een rug die gebogen en stijf van het recht staan tegelijk is. Waarom schrijf ik dit? Het kost toch geen papier dus het kan geen kwaad. Het zuigt wel energie van de lezer, die er te laat achter komt dat dit nergens heen gaat, en zijn of haar frustratie hieromtrent binnen een onbepaald tijdsbestek op iets anders zal botvieren. Mijn welgemeende excuses aan dat andere iets. Zo gaan die dingen dus.