24.2.12

iQuote Ode

extract from: William Wordsworth, Ode: Intimations of Immortality from Recollections of Early Childhood (also known as Ode, Immortality Ode or Great Ode), 1802-1804

What though the radiance which was once so bright
Be now for ever taken from my sight,
Though nothing can bring back the hour
Of splendour in the grass, of glory in the flower;
We will grieve not, rather find
Strength in what remains behind...

21.2.12

ask me again another time

To fuck off or to fuck on, is that the question?

15.2.12

decontextualisering, gadverdamme

"Zelfs in de rotstuin rond de
Mariagrot reikhalsden hun paarse uitlopers
naar het licht."*


*uit: Erwin Mortier, Marcel, 1999

een semantische simulatie van onbehhhaaglijk gekiviet

politiek
polikliek
polikliniek
polenkinetiek
poliokritiek
poloklapwiek
prrrr-woekiewoe
wakawakajawaka
podopopokikikoko
padapadaprrrmbamkaba
poltiekabam
zzziekzzziekalarm

3.2.12

citateretoe

Fictie? Reflectie? Zinloze onderverdelingsneigingen? Citaten uit een roman:

"Aan alle kanten rondom hem was het ego bezig zich in mechanische termen te herconcipiëren, maar overal liep het uit de hand. Dat ego praatte voortdurend over zichzelf, roerde nauwelijks een ander onderwerp aan. Er was een industrie van controleurs verrezen - medicijnmannen die als taak hadden het werk van de toch al medicijnmannige artsenstand te doen toenemen en er de gaten van op te vullen - voor het behandelen van de gedragsproblemen van het ego. Die industrie hanteerde als basismethode vooral de herdefinitie. Gebrek aan geluk werd omgedoopt tot lichamelijke ongezondheid, wanhoop tot een juiste stand van de ruggengraat. Geluk werd beter voedsel, een verstandiger oriëntering van het meubilair en een betere ademtechniek. Geluk werd egoïsme. Het stuurloze ego kreeg te horen dat het zijn eigen stuurmechanisme was en het ontwortelde ego diende in zichzelf te wortelen - terwijl het gewoon moest blijven doorbetalen aan de nieuwe gidsen, de cartografen van de [verikte wereld].
(...)
Ondanks al het gebeuzel, alle diagnoses en alle nieuwe bewustzijnstoestanden waren de krachtigste uitingen van dat nieuwe, veelvuldig geduide nationale ego volstrekt onduidelijk. Want het werkelijke probleem was niet de schade aan de machine, maar die aan het hunkerende hart, waarvan de taal verloren ging. Overmatige hartschade, daar ging het om, en niet om spiertonus, voedsel, feng-shui of karma, niet om goddeloosheid of God. Wat de mens tot gekwordens toe opfokte was de overmaat niet aan gemak maar aan gefrustreerde, verijdelde verwachtingen.
(...)
...een cruciale, genegeerde, onbeantwoorde en misschien onbeantwoordbare vraag, dezelfde luide, levensverbrijzelende vraag als hij zichzelf net had gesteld: is dat nou het leven? Is dat verdorie álles? Is dat alles? De mensen werden wakker en beseften dat hun leven niet van hen was. Hun lichaam hoorde hun niet toe, en niemands lichaam hoorde iemand toe.

Uit: Salman Rushdie, Woede, Uitgeverij Contact, pp 180, 181, 182

we ARE the farts, you asshole

The city is farting. Not particularly in my direction: the city is farting indiscriminately, in all directions. The smell clouds my thinking: is the city, then, an ass? A big gaping hole of stinking possibilities. Everyone is equal here. Shit. No, that's bullshit. There are curves in this smell-hole. Edges. Dark depths near the epicentre, epic centre. Climbing hills, steep walls and flat plains. Big, flat plains on this bloody ass. Oh my, what a stench. I cannot think clearly. Is the city farting? Or am I? Are we?

2.2.12

citatentijd weerom

Hoog tijd om weer een paar mooie denk(st)ers hier aan het woord te laten; eerst Susan Neiman die een sterk boek op de volgende manier prachtig afsluit:

"Van de geschiedenis van de filosofie leren betekent niet haar zonder onderscheid accepteren. Met behulp van haar inzicht kunnen we enig licht werpen op de onze. We kunnen niet op dezelfde stellingen terugvallen die eerder door de denkers van de Verlichting werden verdedigd, zelfs niet op die van haar modernste vertegenwoordigers. Misschien ligt de hoop niet in het beantwoorden van de vraag naar de zin van het leven, maar juist in het verwerpen van die vraag. Zin is een menselijke categorie, en moet door mensen worden veroverd. Een leven dat bij voorbaat al zinvol is zou geen echt leven zijn geweest. Tussen de volwassene die weet dat hij geen rede in de wereld zal ontdekken en het kind dat weigert de zoektocht op te geven, ligt het hele verschil tussen berusting en bescheidenheid."

Uit: Susan Neiman, Het Kwaad Denken, Uitgeverij Boom, p.346