17.3.10

Help, mijn broek hoest


Als je bent wat je eet,
dan was je wat je schijt;
conservatisme
heeft nog nooit mijn neus verblijd.



Drijvende drollen in het riool der verrotting; het moeras van de samenleving stinkt vooral door wat er bovenop drijft en bovenuit dampt; ik laat een remspoor achter als ik me voortsleep, naar voren; ook al vindt mijn kont elke zitplaats wel gerieflijk, de rest is rusteloos want er is teveel scheef dat recht (NB: mooi scheef is ook recht overigens) kan/moet zijn...en dan duiken in de diepe stronthoop en vrolijk wroeten, woelen, selecteren en de harde ontlasting knuffelen tot het moes is?

10.3.10

mensLelijkheid

Al die zieke, al die huichele,
al die ziekelijke huiche mensen
klaagsteen-blaag, vol van kinders wensen
zoekend naar ik-ik-ik: ik heeft geen grenzen.

En dan kruipt er één ineen,
schuilt voor de slagen-stok
van al die vingers, wijzend door haar
heen, naar ik-ik-ik.
En die één die zij die ik
die valt ineen, krimpelt, strompelt voort
Het gewicht op de wereld van haar schouders.