12.7.10

Zeno's arrow - jumping to conclusions

Een paradox ontstaat wanneer een mens zich over een dynamische situatie buigt en die in theorie probeert te vangen: het dynamische stagneert (en hoe we ook ons best doen, we lijken de oorspronkelijke situatie niet meer adequaat en probleemloos te kunnen representeren, hoe makkelijk die ook lijkt).

In quantummechanica lijkt men ondervonden te hebben dat bij de observatie van een situatie die observatie zelf een invloed blijkt te hebben: de observatie wordt een onderdeel van de situatie: de situatie is, geobserveerd, een andere situatie geworden. Objectiviteit in meetresultaten blijkt (hier) principieel niet mogelijk. Het dynamische stagneert (in onze aanwezigheid). (Onze reflectie op de situatie loopt vooruit op de uitkomst, legt haar vast: hypotheses bewerkstelligen de onvrijheid van de menselijke toekomst. Reflectie is toekomstgericht. De wereld is maakbaar.)

7.7.10

Zu-spät-Romantik?

Overdenk, Vier:

Twee geboden
die uiteenvallen in hetzelfde.

Is het immers niet het doordrongen zijn van een aanstormend besef, het je opwarmend doorleefd voelen met een wereld die zich uitvouwt van binnenin naar buiten je?
Liggen deze twee niet verstrengeld in elkaars armen, als onafscheidelijke geliefden die vol onbegrip wegkwijnen wanneer zij bruut, ondoordacht en onbekommerd uit elkaar worden getrokken?

Doormidden gescheurd, een breuklijn
waar mensen aanspoelen op een onbewoonbaar eiland
met in de verte


hoop

op hereniging
met de wereld
die doorleefd is van elkaar.

Wanneer zij elkaar raken
en onafscheidelijk blijken te zijn;
nooit verdwenen geweest:
dat besef, die viering, die vreugde.

6.7.10

Andermans woorden

"De natuur wil niet het uitsluitende bezit van een enkeling zijn. Als eigendom verandert zij in een kwaadaardig vergif dat de rust verjaagt en de verderfelijke lust opwekt om alles binnen die kring van de bezitter te trekken, met eindeloze zorgen en wilde hartstochten tot gevolg. Zo ondermijnt ze heimelijk de grond van de bezitter en begraaft ze hem binnen korte tijd in de zich openende afgrond, om van de ene hand in de andere over te gaan en zo gaandeweg haar neiging te bevredigen om allen toe te behoren." (p.70)


"Het geweten is het meest eigen wezen van de mens, in volle verheerlijking; het is de hemelse oermens. Het is niet dit en dat, het gebiedt niet in algemene termen, het bestaat niet uit afzonderlijke deugden. Er is maar één Deugd: de zuivere, ernstige wil, die zich op het moment van de beslissing rechtstreeks openbaart, en kiest. In een levendige, karakteristieke ondeelbaarheid bewoont en bezielt het geweten het tedere zinnebeeld van het menselijk lichaam en weet het alle geestelijke ledematen tot de meest waarachtige activiteit te brengen.
(...)
...en nu zul je wel begrijpen dat de hele natuur alleen maar door de geest van de deugd bestaat en steeds bestendiger moet worden. Deze geest is het alles ontstekende, alles levend makende licht binnen het aardse kader. Van de sterrenhemel, die verheven koepel van het stenenrijk, tot aan het grillige tapijt van een bonte weide wordt alles door deze geest in stand gehouden, met ons verbonden en ons uitgelegd, en langs de onbekende baan van de oneindige geschiedenis der natuur naar de verheerlijking toe geleid." (p.176-177)


...en dat alles en meer brengt ons Novalis, in "De Blauwe Bloem", uit 1802. Een hoogtepunt in romantiek en idealisme. Indeed!