21.12.07

Pas op: mogelijk educatief verantwoord.

Denken is een persoonlijk proces. Ergens een idee over hebben komt voort uit een innerlijke afweging van externe belangen tegenover zelf ontwikkelde opvattingen op basis van je eigen ervaringen. Hoewel het niet duidelijk is hoe voor-bepaald je bent voordat je jezelf gaat bepalen en laat bepalen door je omgeving, zijn alle opgedane ervaringen en reflecties op die ervaringen -reflecties gebaseerd op eerdere ervaringen en reflecties op ervaringen …et cetera- de puzzelstukken waaruit je persoonlijkheid is opgebouwd. Uiteindelijk kan niemand dus iets voor jou bepalen zonder aan jouw ideeën daaromtrent voorbij te gaan: je moet zelf actief instemmen met een gedachte.

Het lezen van een goede filosofische tekst is iets anders dan het lezen van eender welk verhaal. Filosofie lezen is het lezen van iemands gedachten. Je leest iemands persoonlijke denkproces. Het volstaat dan niet meer om als een afstandelijke beschouwer de tekst stap voor stap te volgen: je moet haar méédenken. Wil je ooit kunnen zeggen een filosofische tekst naar eigen maatstaven begrepen te hebben, dan dien je je het denkproces van die tekst hoogst-eigen te maken. Je moet de ervaringen door je ledematen kunnen voelen kruipen zonder ze ooit daadwerkelijk ervaren te hebben. Eerder heb je het niet geprobeerd te begrijpen. Daarom lees je filosofie langzaam. Daarom vinden velen het zo vermoeiend.

Op het moment dat je jezelf in een bepaalde traditie plaatst, ben je niet meer zelf aan het denken. Dan wil je buiten jezelf treden om jezelf voor het oog van anderen in een leuk of makkelijk hokje te plaatsen. Niet doen, laat mensen maar gewoon flink piekeren.
Zodra mensen gaan citeren uit bijbels of één of ander wetboek en vervolgens een blik van "dus het is zo" opzetten, kun je het ze vertellen of maar meteen weglopen, want ze zijn niet zelf aan het denken en zodoende ook niet vatbaar voor kritisch commentaar.
Loop niet op
tegen muren,
waar
onderdoor gaas is gespannen,
en waar
overheen daken pannen.
Draai je om, en zie:
de wijde wereld ligt,
nog steeds in het verschiet,
voor je uitgestrekt,
al ziet die verdomde baksteen dat niet.

20.12.07

Brood, daar zit wát in?

"Godsamme, wat heb ik soms toch een hekel aan al dat licht verteerbare spul dat op tafel staat!"
"Ja, vind jij al die makkelijke kost soms ook zo ontzettend ... zo ontzettend niks?"
"Inderdaad, soms verlang ik zo naar een zware snee met ambachtelijk beleg!"
"Ja, maar ja, je moet niet teveel van je darmen eisen hè."
"Dat klopt, maar kijk eens wat ik hier heb!"
"Zeg eens, wat heb jij daar in je hand?"
"Het lijkt welhaast een volkoren meergranen-extra donker brood hè!"
"Inderdaad, verdulleme! Ik zou het graag eten, maar ja..."
"Aha! Maar dat kan ook! Het is eigenlijk witbrood!"
"..."
"Ja! Het enige bruinbrood zonder fatsoenlijke vezels!"
"Wat een oplossing, ik ga het direct kopen!"

17.12.07

Een dag, en een half jaar voor altijd.

Zelfs wanneer niet naast mij, nog steeds in-bij mij.

De ene mooie zin volgt de andere op,
maar er is er één die altijd zal blijven.

10.12.07

Haiku's ?

Ik huil een lied
en het klinkt niet.
Wat is 't toch vals, dat verdriet.

---------------------------------------

In gedichten mag je onbegrijpelijk zijn:
het leven is een zwijn.
Verdraaide woorden doen geen pijn.

9.12.07

Het leven is net een banaan:
denk je 'm helemaal gepeld te hebben,
zit er nog zo'n lijntje aan.

6.12.07

na de voor - devour - nada

Het is zo, of toch niet, dat alles wat je zegt alles markeert wat je niet zegt. Tegelijkertijd betekent elk woord meer dan wat je zegt, ook al wil je zelf niet alle betekenissen die er aan vast plakken als verantwoordelijkheid dragen. Het enige dat je wilt zeggen, is verborgen achter een sluier van woorden die een chaos veroorzaakt en de wereld zoveel complexer terugspiegelt dan 'ie eigenlijk is. Jammer genoeg is ons begrip tegelijk onlosmakelijk verbonden met die woorden, en kunnen we zonder woorden geen begrip van de werkelijkheid scheppen.

Maar diep in de ogen,
zie je dan toch wat altijd al verborgen lag,
en geen woorden nodig had om uitgesproken te worden.

De werkelijkheid is een oneindige paradox van perplex-staan, en we staan er allemaal met open mond naar te kijken. Soms ontsnappen er woorden aan die mond, woorden die een eigen leven gaan belijden en jou verrassend genoeg vaker tegenspreken dan naar de mond praten. Maar een nuttig weerwoord is nog altijd beter dan een mond vol rotte tanden. Laten we allen vooral tandartsje blijven spelen, misschien komen we dan toevallig nog eens ergens.

4.12.07

Uitgebreidheid en ik.

De wereld is mijn muze,
en de wereld is niets,
niets meer dan die kleine cirkel om mij heen
die maar niet wil verdwijnen,
omdat ik haar in stand houd.

geen woorden meer

Een wijs man moet ooit gezegd hebben: als je in een peststemming bent, schrijf dan niks. Behalve als je dichter bent. Of politicus. Of Duits filosoof. Of wanneer je alleen door te schrijven die zwarte bril van je kop kunt rukken.
Ik vraag me af, zou die wijze man op het moment van schrijven toevallig een ontzettend klotehumeur gehad hebben?