6.2.17

bericht

En hier gaat de schrijver zijn gang: hij benoemt zich middels de handeling tot een functiedrager. Hij schrijft over het schrijven omdat hij schrijven moet. Niet om het schrijven, maar om al dat andere. Maar als het zo hoog opspeelt dat de pen gepakt moet worden, komt er altijd eerst iets uit dat gaat over alles behalve de aanleiding van het schrijven. Het gaat altijd over het schrijven, de woorden. Nooit over de non-verbale intimiteit. Hoe omschrijf je dat? Vluchtgedrag? Omschrijf ik nu vluchtgedrag, of beschrijf ik de cirkel waarbinnen ik me omkeer voor hetzelfde uitzicht? Schrijf ik voor iemand anders dan mezelf? Ik geloof het niet. In heel veel dingen geloofde ik wel, maar daarin heb ik nooit geloofd. Wie schrijft die blijft schrijven. De verslaving van het schrijven is een andere dan de verslaving van de aandacht - al kunnen ze samen optrekken. Was het de aandachtshoer in mij die ooit een weblog aanmaakte? Ik geloof het niet. Het was veeleer de nieuwsgierigheid, en andere externe prikkels.

En nu schrijf ik nog steeds, sporadisch en stotterend, om te luchten, om te ventileren - twee verschillende dingen. Maar kom ik ooit aan de woorden toe die niet over mijn keelkast willen glijden? Krijg ik ooit iets op papier waarvan ik de woorden niet eens uitgesproken lijk te kunnen krijgen? Kan ik zeggen wat ik zelf maar half begrijp? Ik zeg meer dan ik begrijp, dat begrijp ik, maar dát - kan ik dát ook zeggen? Mag het eens? Alsjeblieft? De hoogte omlaag brengen? De ondraaglijkheid licht maken? Stelselmatig?