19.7.09

als ik ga

dan ben ik weg
en is er niets meer
behalve heel veel
en wat er wel is
dat telt
toch?
en de beloftes
ach, de beloftes
die waren dan ooit
maar nu zijn ze er nog
en dat telt

17.7.09

Over filerijden en koeien.

De angst om anders te zijn drijft mensen ertoe vooral zoveel mogelijk hetzelfde te zijn. Ergens buiten vallen is iets dat altijd vermeden moet worden, en daarom sluiten we graag achter aan in de rij. Zo is ook het fileprobleem heel makkelijk te verklaren: mensen voelen zich dan nu eenmaal veiliger. Je staat met z'n allen in een rij en kunt tevreden concluderen dat je middenin je maatschappij staat. Je bent net als hen. Het is net als van die dieren die met z'n allen over een klif heen hun eigen dood tegemoet rennen. Wetenschappers staan voor een raadsel, maar begrijpen niet dat die dieren dichter bij de mens staan dan menig aap.

Om de conceptuele uitvinder lichtelijk van stal te halen, het volgende voorstel: een klaag-communicator, een soort buzzer die iedereen binnen honderd meter ervan op de hoogte kan stellen dat je samen met elkaar in de file staat. En dan kun je van die gezellige kleine sfeerverhogende berichten naar elkaar sturen zoals "Hè verdorie, deze rij auto's gaat echt trager dan de rechter." en "Zag je dat? Die auto linksvoor (voor jou rechtsachter, of niet?) is echt te brutaal voor woorden".

Worse than ignorance

(Preview of to-be-released work: "Finally, definitions that define the final friggin' definition of things.")


War: the shittiest justification to freely kill an-other.


(Also to emerge: "On war. Or: how the human being denies its own being.")

15.7.09

Recht van ergens tussen Lille en Eindhoven.


Het idee van lijden

Als mens heb je een bepaald-ontwikkeld idee van het lijden dat je een ander aan kunt doen - een lijden dat ook andere levensvormen kan worden aangedaan. Wanneer een naaktslak op verteerbaar materiaal stuit, heeft (het) geen besef van een mogelijk veroorzaakt lijden. Of het een hoop stront is of een jong vogeltje: het leidt niet tot een verschillend oordeel, omdat er geen oordeel is. Ook niet als het nog een levend (hoopgevend) dier is. En wie zijn wij om ons oordeel als overkoepelend orgaan op alles buiten ons los te laten? Maar ook: wie zijn wij om te proberen niet onszelf te zijn? Of te bepalen dat andere dieren niet wreed kunnen zijn? Of is dat juist het "wrede van de natuur"?
Qu'est-ce que ça veut dire: être un escargôt?


Het idee van reizen

Een wereld die je leert kennen door afstanden af te leggen.
Door banen aan te leggen.
Een wereld van banen.
Maar wat als je over de wereld reist door een planeet voor je geestesoog te krijgen? Dat je elk hoekje kent en er bent door er te willen zijn? Dan kun je overal zijn. Je hoeft alleen alles te kennen. Alles te begrijpen, en één te zijn met je leven, het leven, en misschien juist alles daarbuiten. Of het principe. Alle omstandigheden. Van samenloop. Een denkdoorbraak. Nieuwe deuren. En stel nu dat je met die nieuwe blik naar deze planeet kijkt. Met al die banen. Erop, eroverheen. Over je denken? Wat denk je dan?

Blokkeert het? Al die tijd al? Wat blokkeren we? En geven we daarmee dan ruimte aan iets wat we anders niet zouden hebben? Kan er gekozen worden?

10.7.09

Nog een stuk met de nachttrein.

p. 319 - 320

Hij had zich immers afgevraagd of de ziel eigenlijk wel een domein van feiten was of dat de vermeende feiten slechts de bedrieglijke schaduwen van onze verhalen zijn die wij over anderen en onself vertellen. (...) Het ging er in het innerlijk van de mens veel gecompliceerder aan toe dan onze schematische, slordige verklaringen ons willen wijsmaken. (...) "We zijn gelaagde wezens, wezens vol onmetelijk diepe plekken, met een ziel van ongrijpbaar kwikzilver, met een gemoedsgesteldheid waarvan kleur en vorm veranderen als in een caleidoscoop die voortdurend wordt rondgedraaid."
Dat klonk, had hij ertegen ingebracht, alsof er dus in verband met de ziel toch sprake was van feiten, maar wel erg gecompliceerde feiten.
"Nee, nee, we kunnen onze verklaringen tot in het oneindige verfijnen en zouden het toch helemaal verkeerd hebben. En het verkeerde was nu juist de veronderstelling dat er waarheden te ontdekken vielen. De ziel is puur een bedenksel, ons meest geniale bedenksel, en de genialiteit ervan zit in de suggestie, de overweldigend plausibele suggestie, dat er aan de ziel iets te ontdekken valt alsof het om een deel van de echte wereld gaat. De waarheid is heel anders: we hebben de ziel uitgevonden om een gespreksonderwerp te hebben, iets waarover we kunnen praten als we elkaar tegenkomen. Stel je voor dat we niet over de ziel konden praten: wat zouden we dan met elkaar moeten beginnen? Het zou een ramp zijn!"

Peter Sloterdijk

"Je begrijpt heel goed hoe het komt dat er zowel aan deze als aan de andere kant van de Atlantische oceaan winkels zijn die op de ene plank het hele spectrum van oosterse en westerse religieuze publicistiek en esoteriek en op de andere het hele spectrum van vitamines in pillenflesjes uitstallen. In beider aanbod werkt hetzelfde dieet-pragmatisme. Religies of vitamines: beide bedienen dezelfde metaovertuiging dat elk individu erachter moet zien te komen welke overtuigingen en sporenelementen bij hem het best werken en welke hij regelmatig moet innemen. Het is de plicht van de moderne en postmoderne enkeling tegenover zichzelf om zijn levensmotor met het onmiskenbaar eigen optimale brandstofmengsel aan te drijven. Affirmaties plus - dat is de vita vitalis, het nabije heil waar de individuen als piloten van hun religieuze immuunsystemen op aansturen."

2.7.09

uit 'Nachttrein naar Lissabon' van Peter Bieri

Bijvoorbeeld:

p. 217 - 219

Teleurstelling wordt als iets kwalijks gezien. Een ondoordacht vooroordeel. Waardoor anders dan door teleurstelling, komen we er achter wat we hebben verwacht en gehoopt? En waardoor anders dan door die ontdekking zouden we tot zelfkennis moeten komen? Hoe zou iemand dus zonder teleurstelling helderheid over zichzelf kunnen verkrijgen?
(...)
Wat was het ook alweer dat we van onszelf hadden verwacht en gehoopt? Dat we onbegrensd zouden zijn, of in elk geval heel anders dan we nu zijn?
Iemand zou de hoop kunnen koesteren dat hij door zijn verwachtingen te reduceren werkelijker zou kunnen worden, dat hij zichzelf zou kunnen beperken tot een harde, betrouwbare kern en daarmee immuun zou worden voor de pijn van teleurstelling. Maar hoe zou het zijn om een leven te leiden dat zich verre houdt van grootse, onbescheiden verwachtingen, een leven waarin alleen nog banale verwachtingen bestaan, zoals de verwachting dat de bus komt?

'Ik heb niemand gekend die zich zo totaal kon overleveren aan zijn dagdromen als hij. En niemand die het zo haatte teleurgesteld te worden. Wat hij hier beschrijft - dat schreef hij tegen zichzelf. Zoals hij ook vaak tegen zichzelf leefde.'

En ook:

p. 229

'Het amuseerde hem dat wij, mensen, de wereld als een toneel beschouwen waarop het om ons en onze behoeftes gaat. Hij beschouwde die misvatting als de oorsprong van alle religies. "Terwijl er helemaal niets van klopt," zei hij altijd. "Het universum is er gewoon en het maakt het universum helemaal niets uit, echt helemaal niets, wat er met ons gebeurt."'