28.4.08

Totaalplaatje

Ik zeg eigenlijk keer op keer hetzelfde\
maar dan steeds weer anders\
in de hoop dat het ooit een keer duidelijk wordt\
(voor mezelf...).

25.4.08

Imaginaire Eindsprint

Het woord is aan de leiding,
neemt een voorsprong, rent maar door.

Maar achter alle stappen
ligt een leegte, omzoomd
zijn de kraters van de inslag
door een groot grijs gebied.

Er wonen daar geen wensen,
men spreekt er niet van hoop.
Geen mensenhand is daar geweest
en graaide er naar grond.

Het fundament is nooit gezocht,
dus heeft ook niet bestaan.
Zodoende werd er nooit gebouwd
en zag men het niet aan.

Een wereld zonder woorden, werkelijk,
bestaat dat dan?
Niet voor ons.

23.4.08

dood door verderf

Vermoorde onschuld. Maar dan wel met de nadruk op vermoord. Zo dood als een pier ligt daar op de grond, omgeven door een plas van stroperig bloed, het laatste restje naïeve optimisme dat de mensheid restte. Wat is er gebeurd?

zonder verhaal
liep de zondaar over tegels
en zag een weerschijn in beton
alles moest sneuvelen
drankloos dronken ging het wereldse plat
tegenover een getergde sneuvelend, ik
laat bomen waaien waaien
takken zwaaien takken takken
dank je lucebert, lucifer ik lees je ziel

18.4.08

Leenwereld

Voortgekomen uit een typefout*
ziedaar! het ontstaan van een wereld
die speelt -zomaar- leentjebuur
bij een ander, bij een wereld
die ook niet weet waar leven is

een wereld weet niet
een leefwereld leeft niet
maar wordt geleefd -ís geleefd
door een ander, geen eigenaar

en geen eigenaardiger persoon
dan degeen die er eentje leent
die kan niet lenen, heeft geen leven
Een navelstaar eersteklas.

Nee, ik snap het niet,
ik kan het niet snappen.

*een typische fout,
typografie zij benauwd!

je typt mijn naam,
ongegoten,
werkt hard door,
onverdroten.

Laat liggen die slordigheid!
Want zij is meer,
meer dan de keutel,
de keutel van een tikgeit.

lief

Er is altijd onenigheid die een ordelijke wereldorde in de weg staat. Mensen willen altijd meer. Maar dat moet ook gewoon kunnen. Mensen vinden een pacifistische houding ook vaak naïef en helemaal niet realistisch. Dat komt doordat het allemaal veels te moeilijk gemaakt wordt. Ikzelf zou het graag heel makkelijk zien, zodat een woord als "pacifisme" helemaal niet hoeft te bestaan als protest tegen die eeuwige gang naar het strijdveld. Als iedereen nu eens gewoon altijd en overal lief voor elkaar is. Gewoon mee beginnen, als iedereen het doet zal het makkelijk vast te houden zijn.

8.4.08

doorlopende constructie

{7 maart 2008}

constructie
structuur
constructuur
con-structuur
construct-uur
constructie-uur
constructief uur
...en op de lange duur een destructieve bezigheid waarbij tijd zichzelf voorbij tikt en niets anders zegt dan "kijk hier was ik" en we zagen niks en we zien niets en er is ook niets te zien want de klok hóór je alleen maar tikken, en we wachten op de stilte die er allang is omdat we voorbij het punt zijn dat er iets is dat zich iets van een voortgaande beweging aantrekt; zonder inhaalslag blijft de wijzer steken op oneindig en dat kunnen we nu eenmaal niet begrijpen dus we breken haar af en geven haar een hengst van jewelste opdat zij uit het zicht verdwijnt en wij vol genoegdoening kunnen zeggen "zie je wel ik zei het toch" en de klok tikt allang in een ander werelddeel, ver van ons bed en van de tijd die we ooit hadden gezien voordat we ons met woorden inlieten, woorden die veel zeggen ja zelfs tot ons spreken, maar wat is spreken als de tijd er onderdoor loopt en steeds de dans ontspringt tiktak

7.4.08

de brulkikker is ook een kikker, geen leeuw

Stoeien met concepten. Wat bereik je daarmee? Een beter begrip van die concepten? Of een ontwikkeling van de eigen voorstelling van die concepten? Een nadere eigen invulling? Maar je wilt niet van de werkelijkheid verwijderd raken. Dus ga je steeds bij jezelf of bij anderen na of het gestoei iets op heeft geleverd dat door kan gaan voor een waar-achtig concept. Eigenlijk zijn concepten maar ondingen. Ontzettend misleidend, omdat je erin verstrikt kunt raken. Misschien is “het” “allemaal” wel heel simpel. Kun je dáár een concept van maken? De menselijke aard is aanwijsbaar. Het is allemaal moeilijkdoenerij zonder het eigenlijk te willen. Eigenlijk willen we iets heel makkelijks. En iets heel moois. Dat blijkt helaas niet samen te gaan.
Schoonheid is een balanceren.
Een touw, niet té strak, geen strop,
maar wel:
een afgrond,
een blik in een mooie, dodelijke diepte.
Het is een zoeken van reeds gevonden voorwerpen,
die uit je vingers glippen steeds wanneer je ze be-grijpt.

her-ha-ling her-ha-ling
steeds weer een zeggen
van woorden die spreken
maar niet tot je,
alhoewel, soms,
een scheut, van pijn
wanneer langs je heen
het monster loopt en zegt: ik begrijp.

2.4.08

Gaten

Soms vallen er gaten. Dat kan in de tijd gebeuren, maar wat gebeurde er dan (in die tijd)? Misschien heel veel, maar op een andere plek, in een andere ruimte. In een ruimte kunnen ook gaten vallen. Zo zitten er vier gaten in mijn mond, waar ooit verstandskiezen zaten. En wat is er voor in de plaats gekomen? Een leegte? Nee, de mondholte heeft beslag gelegd op de leegte. Mijn lichaam accepteert geen leegte! En jouw lichaam ook niet. Want leegte bestaat niet. Het is een fantoom van ons menselijk gedachtegoed, een gevolg van ons denken in tegenstellingen: als er iets is, moet er ook niets zijn. Wat is niets? Als wij eindigheid ervaren, moet er ook oneindigheid zijn. Prachtig, hoe verzinnen we het toch? Of ervaren we het misschien? Of vervelen we ons soms eindeloos? Halen we zaken door elkaar? Stel je voor zeg (letterlijk).