20.1.20

Leven


Voor de pauze

Dit denk ik nu: je hebt mogelijk alleen verantwoordelijkheid voor jezelf en degenen die je hebt voortgebracht. En misschien ook dat niet. Maar wat nu zo is, is dat je bestaat. Als je besluit te bestaan, is het een gebod aan jezelf om te zijn. Je kunt niet half zijn. Daarom moet je ten volle bestaan. Wat betekent dat? Dat betekent dat je probeert elke kans om zo volledig mogelijk te zijn aan te grijpen. Maar je bent nooit alleen. Het betekent daarom ook dat je anderen laat zien wat bestaan volgens jou is. Dit doe je doordat je altijd zichtbaar bent - je hoeft niets te benadrukken, hoewel je je daarin vrij kunt voelen.

Je kunt je niet verschuilen voor de ander. En als je iets laat zien, beïnvloed je altijd de ander. Maar je hebt geen invloed op wat je invloed precies is. Nooit. Ook niet op je kind. Maar, zoals met je kind, probeer je ook zonder kind, omdat je bestaat, ten volle het bestaan te zijn. Je kunt immers niet anders. Bestaan is steeds opnieuw proberen je nietigheid te vergeten, te negeren, te vergeten erbij na te denken of het belang heeft wat je doet, of het zin heeft, of het ergens komt, maar tegen dat alles in vol in je leven voort te stappen. Dat is je enige optie om het onverdraaglijk(e) licht te maken. En ben eerlijk. Altijd eerlijk. En laat anderen zichzelf bepalen. Jij kunt niets voor ze doen dan te zijn. Ook voor je kind niet. Ben er.


Na de pauze

De wereld is heel groot. Jij bent heel klein. Ik ben heel klein. Eigenlijk is alles heel klein. Alles bij elkaar genomen, dat is het enige wat groot is. De rest, elk deel, is klein. Nietig klein. Wij zijn nietig. Daarom zijn wij licht. En ondraaglijk. En licht. (Het blijft een prachtige boektitel.) Wij hoeven niet alles te begrijpen. We mogen het wel willen. Daarin zijn we vrij. We zijn vrij om in onze nietigheid te genieten van alles. Om dit genieten voelbaar te maken voor de wereld. Dit is wat ik mee wil geven: dat wij klein zijn, en de wereld groot, en dat dat mooi is. Het is wat het is. En omdat het dat is, en niet anders, kies ik ervoor dat het mooi is. Ik maak het mooi, ik dwing het af op de knieën tot mooi - zelfs al kan ik niets op de knieën dwingen. Het maakt niets uit. Het is. Ik ben. Jij bent. We zijn nooit alleen, en daarom is alles mooi. Daar kies ik voor, soms tegen beter weten ingaand omdat beter weten ook niet zaligmakend is. Dat wil ik meegeven. Ook dat. En nog zoveel meer. Ik wil zoveel zijn. Ten volste.