5.2.18

met titel (mantra)


Wat ik moet zeggen, moet ik zeggen. Ik praat wanneer ik wil praten. We moeten zoeken naar de wil. De wil moet van binnen komen. We moeten in ons zoeken. Je moet in jezelf zoeken. Alleen met je eigen wil kun je de wil van anderen raken - kun je anderen raken. Een wederzijds zijn vereist een zelfstandige wil tot zijn. Een drang. Ik moet willen praten. Ik moet iets willen zeggen. Ik moet willen zijn om meer dan het zijn.

Verduidelijking
Wanneer je in stilte door straten loopt en het licht is spaarzaam, kun je het rollen van gedachten net zo min tegenhouden als het glijden van de wind. Op dezelfde manier kun je niet voorkomen dat een nacht slaap (of een halve nacht slaap) je gedachten weer tot bedaren brengt en je het zijn van gisteren, zo niet van je af schudden, toch een beetje kunt voelen wegglijden. Het loopt langs je armen naar beneden en vormt een poel rond je voeten. In het midden sta jij gelukkig nog stevig genoeg op eigen benen. Je wilt wel.

Verduidelijking, echt
De wil. De wat wil ik. Het zeggen en het praten. Het zijn en de verwachtingen.
Wordt vervolgd, echt.

No comments: