28.1.21

gistig

 (gisting, goesting, geestig, giftig)


Hij ging naar de daklozen om ze brood te leren bakken.

Het moeilijkste voor mij, zei hij, was mijn handen vol overgave in die kleverige massa te steken en te gaan kneden. Maar dat zal voor jullie geen probleem zijn, zei hij, gezien jullie de goot al gewend zijn, zei hij, in een poging een grap te maken.

Doodse stilte.


Hij ging dan maar weer weg om zich over zijn boek te buigen, dat ook maar niet wilde gaan bestaan.

No comments: