23.3.12

Buitenlui

Het woord-als-titel intrigeert mij spontaan. Ik ken het alleen als in de gevleugelde aankondiging "Beste boeren, burgers en buitenlui". De definitie van "buitenlui" luidt: mensen van de dorpen. Toch zijn ook mensen uit dorpen meestal wel burgers, hoewel zij niet snel onder de toenmalige klasse der burgerij gevallen zullen zijn (niet in de zin van sneuvelen, let wel). Nu leven boeren meestal tussen dorpen in, of aan de randen, maar qua registratie zullen zij toch altijd bij een bepaald dorp horen. Het lijkt erop dat het woord buitenlui stamt uit een tijd dat bevolkingsgroepen op andere manieren werden ingedeeld. Een andere denkwijze, eentje die niet meer te vertalen lijkt naar het huidige systeem. We zijn immers allemaal burgers geworden.
    En juist daarom is het woord buitenlui een woord om te koesteren: een woord van de buitencategorie, in tijd en plaats. Het betekent nu niet meer simpelweg "mensen van de dorpen", voldoet niet meer aan de logica die er voorheen inherent aan was. Het woord eist een nieuwe betekeniswaarde op, en geven wij dat haar niet, dan belanden we in absurditeit met dit woord. Een woord om met zorg te behandelen. Maar we gaan er geen U tegen zeggen. Sowieso is het een nogal zinloze bezigheid om dingen met U aan te spreken. Een uitdrukking die absurd is ín haar bedoelde betekenis, intrinsiek en onoverkomelijk.

1 comment:

Stennie said...

Buitenlui:

een mooie aanzet om tot een betere definitie te komen. Want er bestaat een groep mensen die geen burger is en geen boer. Geen boer omdat het hoofdinkomen niet-agrarisch is, maar ook geen burger omdat men denkt in termen van fysieke vrijheid en fysieke ruimte waarvoor grond nodig is. Dat is de basis, en nu verder....