"De natuur wil niet het uitsluitende bezit van een enkeling zijn. Als eigendom verandert zij in een kwaadaardig vergif dat de rust verjaagt en de verderfelijke lust opwekt om alles binnen die kring van de bezitter te trekken, met eindeloze zorgen en wilde hartstochten tot gevolg. Zo ondermijnt ze heimelijk de grond van de bezitter en begraaft ze hem binnen korte tijd in de zich openende afgrond, om van de ene hand in de andere over te gaan en zo gaandeweg haar neiging te bevredigen om allen toe te behoren." (p.70)
"Het geweten is het meest eigen wezen van de mens, in volle verheerlijking; het is de hemelse oermens. Het is niet dit en dat, het gebiedt niet in algemene termen, het bestaat niet uit afzonderlijke deugden. Er is maar één Deugd: de zuivere, ernstige wil, die zich op het moment van de beslissing rechtstreeks openbaart, en kiest. In een levendige, karakteristieke ondeelbaarheid bewoont en bezielt het geweten het tedere zinnebeeld van het menselijk lichaam en weet het alle geestelijke ledematen tot de meest waarachtige activiteit te brengen.
(...)
...en nu zul je wel begrijpen dat de hele natuur alleen maar door de geest van de deugd bestaat en steeds bestendiger moet worden. Deze geest is het alles ontstekende, alles levend makende licht binnen het aardse kader. Van de sterrenhemel, die verheven koepel van het stenenrijk, tot aan het grillige tapijt van een bonte weide wordt alles door deze geest in stand gehouden, met ons verbonden en ons uitgelegd, en langs de onbekende baan van de oneindige geschiedenis der natuur naar de verheerlijking toe geleid." (p.176-177)
...en dat alles en meer brengt ons Novalis, in "De Blauwe Bloem", uit 1802. Een hoogtepunt in romantiek en idealisme. Indeed!
6.7.10
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment