Zijn verkleinwoorden verlieten hem met grote sprongen.
Eventjes maar, dacht hij nog.
Maar nee hoor, daar kwamen de grote jongens al aan
geschuifeld.
Voorzichtig keken zij om de hoek - de hoek was genomen, de hoek
was weg.
Er was geen hoek meer, alleen maar grote gebaren en grote
gevoelens.
Weemoedig dacht hij terug aan de kleine gebaren,
liefdevol
streelde hij de lokken die hij lief had.
en
groot was zijn hart dat overliep
van
groot en klein, van kleine dingen die er ook altijd zijn,
ook al voelen ze zo groot
dat hij het niet met zijn handen kan omvatten.
Hij kan het wel aanraken. Hij was er nu. Nu is hij.
En al het kleine is nu, in het grote, en weemoed is mooi,
weemoed is misplaatst.
No comments:
Post a Comment