Al die zieke, al die huichele,
al die ziekelijke huiche mensen
klaagsteen-blaag, vol van kinders wensen
zoekend naar ik-ik-ik: ik heeft geen grenzen.
En dan kruipt er één ineen,
schuilt voor de slagen-stok
van al die vingers, wijzend door haar
heen, naar ik-ik-ik.
En die één die zij die ik
die valt ineen, krimpelt, strompelt voort
Het gewicht op de wereld van haar schouders.
10.3.10
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment