Op 5 februari begon ik dingen te zeggen als "Ik moet willen zijn om meer dan het zijn." Ik zou dat gaan verduidelijken. Op 23 februari zei ik dingen als "Een wil die niet kenbaar is naar de wereld buiten je eigen binnenvet, is dat een gevormde wil? Ik denk het niet." Niet alleen niet direct een verduidelijking, maar ik ben het er allemaal denk ik ook niet zo mee eens.
Dus ik zal mezelf niet alleen verduidelijken, ik zal mezelf ook tegenspreken. Contrasten werken ook vaak verduidelijkend. Iets duiden is al het andere proberen níét te duiden. Natuurlijk is dit strikt genomen onmogelijk. Toch doen wij dit met taal steeds - of denken wij dit te doen.
De enige wil is de wil tot zijn. Dit ten volste willen zijn, dit zijn, is het enige en het hoogste dat je van jezelf kunt eisen. Hier kunnen wij niet voorbij, en jezelf voorhouden dat je meer dan dit moet willen, is jezelf voor de gek houden. Soms levert dat mooie resultaten op, maar laten we elkaar en onszelf vooral zo min mogelijk voor de gek houden.
En wat maakt het voor mij het uiteindelijk voor verschil of mijn wil kenbaar is gemaakt naar de buitenwereld? Als mijn wil gevormd is, zal dat altijd in samenspel met de buitenwereld zijn. Dus ik hoef me niet druk te maken over het kenbaar maken. Ik bén immers in de buitenwereld, en nergens anders dan daar. Natuurlijk is het zo, dat hoe gevormder mijn wil, mijn drang tot zijn en mijn uitingen daarover, daarin en daartoe zijn, hoe groter de kans is dat er meer kenbaar en gekend is buiten mijn zelf. Maar dat is iets wat volgt, niet iets wat men na moet of kan streven. Nogmaals: laten we elkaar vooral zo min mogelijk voor de gek houden.
10.8.18
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment