23.9.18
Ik sluit (dit)
In
mijn huis groeien de demonen tegen de muren omhoog terwijl ik weet dat ik
mezelf en mijn huis levend verbrand als ik mijn lippen sper. Liever nog het
vuur waaraan ik nooit zal kunnen ontsnappen, dat mij nu al verteert in de complete
duisternis van mijn woning. Ik kies mijn woorden zorgvuldig, opdat ik er niet
op aangesproken zal worden op zo'n wijze dat ik mij in het gevaar begeef. Met
deze afbakening kies ik opnieuw voor een muur. De mogelijkheid tot een open
bestaan die ik mijzelf voorhield is onmogelijk gebleken. Ik brand al. Als ik
schrijf, zal dat elders zijn.
Subscribe to:
Posts (Atom)