2.7.18
Fragmenten b
En van de overkant van de straat scheen het hem toe dat er ook nog iemand wakker was.
Ik zal nooit arriveren zolang ik steeds maar beetje bij beetje aankom.
Het was zaak vooral te blijven typen. Het leven was pure bluf. Bluf en voortgang: zielsverwanten.
Zij prikte hem lek en hij liet dat toe. Maar onder ogen zien die consequenties, ho maar.
De mug, het is altijd de mug die tot inspiratie aanzet. Pure fictie, als een bult op zijn rug torste hij zijn fantasie met zich mee. Jeuk en krabben. Zonder krabben vergat je soms de jeuk.
Ik ben een waardeloze (vrij naar Van Ostaijen) dichter, denk ik. En dat denken van me, dat is ook knap vervelend. Maar ik vermaak me, en dat is wat telt. Wat telt, is het genot. We moeten ons doen en laten niet overschatten. Vrij van oordeel bevraag ik mezelf en betrek er soms ongevraagd mijn omgeving bij.
1.7.18
En wereld zijn
ik wil zijn
alle blad
in toppen
- zonder vat wind,
ruisend
blad draait, schiet, wentelt
licht, lichtend, steeds daartussen
een spel een samen
een idee een wereld
zijn wat ik zie
alleen dat
blik verliezen
in beeld
alle blad
in toppen
- zonder vat wind,
ruisend
blad draait, schiet, wentelt
licht, lichtend, steeds daartussen
een spel een samen
een idee een wereld
zijn wat ik zie
alleen dat
blik verliezen
in beeld
Subscribe to:
Posts (Atom)