24.6.11

Baron van Teive [Fernando Pessoa]

Fernando Pessoa, woordkunstenaar, hier als Baron van Teive aan het woord:

"

Met de interesse van een individu voor zichzelf is, naar mij altijd heeft geleken, in werken van literaire of filosofische aard, een gebrek aan fatsoen ingeslopen. Wie schrijft beseft niet dat hij praat op schrift, en zo zijn er velen die dingen schrijven die ze nooit zouden durven zeggen. Er zijn er die bladzijden en bladzijden achtereen vullen met verklaringen en analysen van hun wezen, terwijl diezelfden - althans velen van hen - het niet in hun hoofd zouden halen een gehoor, hoe welwillend ook, te vermoeien met het relaas van hun persoonlijk wel en wee.

(...)

Niet in het individualisme schuilt onze kwaal, maar in de hoedanigheid van dat individualisme. En het geval wil dat dit individualisme statisch is in plaats van dynamisch. Wij schrijven onszelf waarde toe om wat we denken, niet om wat we doen. We vergeten dat we wat we niet hebben gedaan, niet hebben gedaan, dat we wat we niet zijn geweest, niet zijn geweest; dat de eerste functie des levens handeling is, zoals het eerste aspect der dingen beweging is.
__Door aan wat we denken het belang toe te kennen het te hebben gedacht, door onszelf, elk van ons, te beschouwen, níet, zoals Pythagoras zei, als maat van alle dingen, maar als norm of criterium daarvan, scheppen wij in ons, niet een interpretatie van het universum maar een kritiek van het universum - dat wij, aangezien we het niet kennen, niet kunnen kritiseren - , en de zwakkere en meer verdwaasde geesten onder ons verheffen die kritiek tot interpretatie - maar dan een interpretatie die van bovenaf is opgelegd, als een hallucinatie; geen deductie, maar simpelweg inductie. Dit is inderdaad hallucinatie in de meest eigenlijke zin, want een hallucinatie is de illusie die we ontlenen aan een slecht waargenomen feit.

Indien de moderne mens ongelukkig is, is hij pessimist.
__Er is iets vulgairs, iets minderwaardigs, in die overbrenging van onze smarten op het gehele universum; het is op de meest abjecte wijze egoïstisch te veronderstellen dat óf het universum in ons is, óf dat wij een soort centrum en summum, of symbool daarvan zouden zijn.

"


uit: De Stoïcijn (A educação do estóico)
vertaling (c) 2000 August Willemsen

17.6.11

how to write / fictie in je hoofd

a rising of utterances
crashes down onto your surface
bleaches vision like a burning sun
as you can see it all now
but don't know how to put it into words

een stortvloed aan uitspraken
breekt je horizon van zand
wast je ogen uit zoals de brandende zon dat kan:
je ziet het allemaal tegelijk nu
maar weet niet hoe je het kunt onderscheiden


13.6.11

Atie Visser

Een variant op
beroepsdeformatie?

Een opgebouwde ziekelijke eigendunk,
na jaren steeds verbetener verzet?

Misschien een misantropische kijk
die veel recht praat wat krom is?

Hoe dan ook, en zonder verjaring:
ik keur af.

Zonder hoor en wederhoor,
zonder pardon en zonder hart.

Foutieve informatie
mag geen reden zijn:

een beroep op statistiek
- of enige andere vorm van levenloze materie -

om een leven te nemen
blijft fascisme.







(Inhumaan ideologisme?)

6.6.11

Lijfspreuk

Als mensen dit soort dingen nu eens op hun onderrug lieten printen in plaats van al die aan leegloop lijdende krullen, hebben wij als achterstanders nog eens wat interessants te overpeinzen:

Nooit zal ik weten hoe ik dook,
het water heeft me al omsloten.

De kringen zijn als ik weer bovenkom
door anderen stukgestoten.

Willem Jan Otten

uit: Het Keurslijf, 1974